Bloed, zweet en blaren
01-09-2024 | 18:44 Uur
Lieve mensen, allereerst: bedankt voor al jullie mooie berichten en natuurlijk de donaties ten behoeve van Alzheimer Nederland. Jullie hebben mij er als collectief doorheen gesleept, want al die berichtjes hielpen mij om die voeten stapje voor stapje dichter te brengen bij het eindpunt.
In deze laatste blog wil ik jullie meenemen in mijn deelname aan De Omloop van 2024. Te beginnen bij....het begin. Het is kwart over zes 's avonds als mijn oom en ik aankomen bij Ooltgensplaat op Goeree-Overflakkee. Gauw alle spullen uitsorteren, zodat alles snel kan worden overgedragen bij de verschillende posten waar mijn oom mij zal gaan opwachten. Er zit immers een tijdslimiet aan deze wandeltocht. Mensen die namelijk niet voor 19:00u binnen zijn, worden door de organisatie opgepikt waarna voor hun De Omloop eindigt.
Eenmaal aangekomen in het dorp is het er een drukte van jewelste. Alle deelnemers (860 in totaal) en toeschouwers krioelen door elkaar heen, in afwachting van het praatje van de organisatie. Om 19:00u is het dan zover, het startschot klinkt en de lopers gaan onder begeleiding van het dorp richting de dijk.
Mijn oom liep nog even met ons mee tot aan de rand van het dorp, waarna wij als een kluitje wandelaars onze weg vervolgden. We hadden afgesproken om bij post 3 te Middelharnis, ca. 20km verderop, elkaar weer te zien. Dit ingeval ik nog iets nodig zou hebben voor de nacht. Het stuk tussen Ooltengsplaat en Middelharnis werd gekenmerkt door veel akkerlanden en mooie natuurgebieden, waarbij we voornamelijk over dijkweggetjes liepen. In elk dorp waar je langskwam waren er mensen opgetrommeld om je met muziek en geklap te ontvangen.
Na zo'n 10km lopen merkte ik dat een pees ter hoogte van mijn middenvoetsbeentje weer begon te zeuren. Ik had hier in de dagen ervoor ook al last van en was bang dat dit mogelijk roet in het eten zou gooien. Nu had ik twee paar schoenen mee. Het ene paar laag, licht en goed dempend (Aku Flyrock). Het tweede paar waren hoge schoenen (Hanwag Banks GTX) en waterdicht. De Hanwags had ik ook mee op mijn voettocht naar Krakau. Van deze schoenen wist ik dat deze waarschijnlijk iets te smal waren op de voorvoet om deze hele tocht mee uit te lopen. Daarom koos ik ervoor om hier mee te beginnen, ook gezien de weersvoorspellingen voor de nacht een enkele regenbui en nat gras door dauwvorming betrof. Als je daar op lage schoenen doorheen loopt, zijn je voeten binnen de kortste keren kletsnat. Zie dan nog maar eens 60km te lopen.
Eenmaal aangekomen in Middelharnis, begon ik toch wel serieus last te krijgen van die pees. Gelukkig had mijn oom mijn tweede paar schoenen meegenomen, zodat ik kon wisselen van schoenen. En nou maar hopen dat het probleem daarmee verholpen was. Eerst snel wat eten scoren, een goede bak koffie achterover gooien en we gaan weer door. Jaap zou ik pas de volgende ochtend bij post 9 zien, dus vanaf hier moest ik het zelf zien te redden.
Al gauw merkte ik dat de schoenenwissel gunstig had uitgepakt. Ik liep eventjes met een wandelstok om mijn rechtervoet ietwat te ontzien, maar na een tijdje was dit niet meer nodig. Met enig gemak stoomde ik door naar post 5 te Stellendam (36,6km), waar we wat te eten zouden krijgen. Althans, dat dacht ik. Uiteindelijk ging het om een paar sneetjes brood en bouillon soep, geen serieuze maaltijd. Dat terwijl ik eigenlijk niet had avondgegeten, gezien wij om 15:45 vanaf station Breukelen met de auto waren vertrokken en we pas om 18:15 in Ooltgensplaat aankwamen. Onderweg had ik nog wat lopen snacken, maar echt een degelijke maaltijd had ik nog niet gehad. Het zal je dan ook niet verbazen dat ik in de loods bij post 5 me opeens wat licht in mijn hoofd begon te voelen. Dat was voor mij wel een teken dat ik even serieus moest gaan worden met mijn voeding. Dadels, bifi worstjes, boterhammen, bouillon, vanalles werd in de stookoven gegooid om dat energieniveau op te krikken. Daarna leek het wel weer te gaan, maar een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Inmiddels was het al een paar uur donker en werden de hoofdlampjes een voor een aangezet. Toch viel me op dat ook veel mensen gewoon zonder enige vorm van verlichting hun weg vervolgden. Vrij riskant in mijn optiek, want één misstap in een gat kan je al de das omdoen. Vanaf post 6 (46,1km) bij de reddingsbrigade van Goeree was het een kwestie van even kort bijtanken, om me daarna in te stellen op het strandgedeelte. We zouden om en nabij 10km over het strand moeten lopen, alvorens we bij post 7 (55km) zouden aankomen. Iedereen weet, van lopen door het zand word je moe. Gelukkig was dit strand voor het grootste gedeelte vrij hard qua ondergrond. Alleen de laatste 2km was het ploeteren zoals je gewend bent van een strand. Gedurende dit stuk kwam ik ook een jongen tegen die wat moeilijk liep. Ik vroeg of hij ergens last van had en of hij hulp nodig had. Hij vertelde dat zijn achillespees behoorlijk zat te trekken en dit er niet beter op werd door het continue wegzakken in het zand. Zo raakten we even kort in gesprek, maar na een tijdje merkte ik dat hij vooral alleen wilde lopen (of überhaupt niet meer) en zo scheiden onze wegen.
Omstreeks kwart over vijf begon het eerste licht dan eindelijk op te komen. Ik had wel genoeg van al het donker, vooral omdat je met een hoofdlampje een soort wandelende lantaarnpaal bent waar allerlei motten en andere insecten op af komen. Laat nou net zo zijn dat ik een hekel heb aan motten... Rond kwart over zes kwam ik aan bij post 7, alwaar we dit keer wél een degelijke maaltijd voorgeschoteld kregen. Een flink bord macaroni. Al was het een bak gefrituurde meelwormen, zolang het maar voldoende energie zou opleveren voor de tweede helft van de tocht.
Het stuk tussen post 7 (55km) en post 9 (65,8km), waar ik Jaap weer zou treffen, betrof vooral lopen over dijkweggetjes. De uitzichten hier waren prachtig, al had ik wel even de tijd nodig om te ontwaken.
Op dit stuk ervaarde ik ook weer eens de kracht van muziek. Ik ben al jaren een groot fan van filmmuziek, met name van Hans Zimmer. Het mooie van filmmuziek is dat je er vaak een krachtig beeld bij hebt van de film zelf. Laat filmmuziek nou ook nog eens opzwevend van karakter zijn, waardoor je opstijgt als een ballon zodra je er naar luistert. Dit effect is echter maal tien wanneer je 60km in de benen hebt zitten. De dopamine die dan vrij komt geeft je weer een energie boost die zijn weerga niet kent. Zo kun je je brein gebruiken om door te blijven gaan.
Eenmaal bij Jaap aangekomen, na zo'n 65km te hebben gelopen, voelde ik me eigenlijk nog best wel goed. Ik had weliswaar een blaar op mijn hak opgelopen, maar de rest van het onderstel functioneerde nog prima. Even dus snel sokken wisselen, wat compeed erop, koffie en weer door. Dat van die compeed was overigens niet zo verstandig, maar daarover later meer.
Vanaf post 7 ging het echter vrij snel bergafwaarts. We liepen continue over grasdijken, waarbij je voeten dus continue anders afwikkelen. Dat gaf al snel meerdere blaren, waardoor elke stap pijn begon te doen.
Ik was dan ook aardig gaar toen ik Jaap trof bij het 80km punt. Het leek me daarom het beste om de blaren door te laten prikken bij de EHBO-dienst. De EHBO-dienst vertelde een medepatiënt naast mij dat compeed uit den boze is bij een wandeltocht als deze, gezien dit bij langdurige inspanning gaat vasthechten aan de huid. Als je het er dan afhaalt, trek je de hele huid kapot en ben je nog veel verder van huis. Drie keer raden wat ik 5min daarvoor heb gedaan.... Gelukkig zat deze compeed er nog niet zo lang op en was het versmeltingsproces nog maar net op gang gekomen, waardoor ik mijn huid intact heb gelaten. Maar dit was wel een wijze les voor mij. Al gauw werd mij echter verteld dat de wachttijd voor het blaren prikken ruim een half uur zou zijn. Daar had ik de tijd niet voor, omdat ik nog maar een uur speling zou hebben met het tempo wat ik toen liep. Dan hoeft er maar iets mis te gaan en je bent niet voor 19:00 binnen. Om dat te voorkomen ben ik dus maar door gaan lopen. Dat ging opzich redelijk, gezien het stuk daarna vooral asfalt betrof. Daardoor voelde ik mijn blaren minder erg als op die grasdijken.
Het was echter op dit punt dat een ander probleem zich steeds meer ging voordoen. De wind. Deze waaide op de eerste helft met de rug mee, wat natuurlijk fijn was. Echter vanaf een km of 65 begon deze in toenemende mate schuin vanaf de zijkant tegen ons in te blazen. Dit was soms zo hard dat mijn telefoon uit mijn handen waaide. Het was ook op dit punt dat ik een paar keer echt flink er doorheen zat. Mijn lichaam wilde niet meer, mijn geest zat in een tweestrijd verwikkeld tussen doorzetten en opgeven. Toch ga je door. Ik kon het ook aan niemand verkopen dat ik op dit punt zou gaan opgeven, vooral niet aan mijzelf. Maar de gedachte dat je dit nog zes uur lang zou moeten doen, was een behoorlijk pittige boodschap.
Na deze marteling van een dijkweg kwamen we eindelijk in wat rustiger vaarwater, doordat we via een tunnel dit keer aan de zijkant van de dijk mochten lopen. Hier kon ik nog even een reserveblik aan energie opentrekken om in Oude-Tonge mijn ouders en Jaap te treffen (post 13, 93,1km).
In Oude-Tonge was het een feestje van jewelste met een hele menigte die opgetrommeld was, als ook een omroeper die de nummers en namen van voorbijkomende deelnemers oplas. Het was fijn om hier even op krachten te komen, voordat het laatste stuk zou aanbreken.
Mijn ma en oom boden vervolgens aan om tot aan de laatste tussenstop mee te lopen, waarna mijn pa hen weer zou oppikken en zij vervolgens naar de finish zouden gaan. Zodoende gingen we met z'n drieën verder. Dit bleek echter een behoorlijk moeizaam traject te worden. Mijn blaren hadden zich inmiddels helemaal volgezogen, waardoor er druk op zetten een behoorlijk pijnlijke exercitie was geworden. Om dit te vermijden ging ik als een manke verder, waarbij ik vooral leunde op mijn linker been en rechts nog maar moeilijk normaal kon neerzetten. Het duurde dan ook voor mijn gevoel een eeuwigheid alvorens we bij de één na laatste post aankwamen. Ik was inmiddels ook een beetje chagrijnig aan het worden, omdat ik door iedereen werd ingehaald en er bij liep als een hoopje ellende. Bovendien zou ik niet voor 19:00u binnen zijn als ik op dit tempo zou blijven doorlopen. Mijn ma bood daarop aan om het resterende gedeelte mee te lopen, maar dit wilde ik niet. Ik wilde het zelf afmaken, zonder dergelijke vorm van ondersteuning. Bovendien hoopte ik toch ergens op een laatste uitsprint, hoewel dat er niet naar uit zag. Dus zei ik gedag tegen mijn oom en ouders en ging ik zelf verder.
Toch kwam daar ergens na het afscheid met mijn familie en post 14 (102,6km) een moment waarop alles op zijn plek viel. Opeens voelde ik de blaar op mijn hak kleiner worden, waardoor ik weer makkelijker kon afwikkelen. De blaar was onder de druk geknapt, wat ook gold voor andere blaren op beide voeten. De pijn was daardoor sterk gereduceerd, wat mij de ruimte gaf om nog één keer volgas door te stomen. Zo geschiedde. Bij post 14 dronk ik nog even snel een bak koffie, waarna ik de turbo stand vol opengooide. Ik denk dat mijn gemiddelde tempo toen rond de 6km/h zat, waarbij ik vóór post 14 amper 3,5km/h kon halen. Ik zette een techno nummer op on-repeat, waardoor ik als Zoef de haas de ene na de andere deelnemer voorbij snelde. Dat heb ik zo vol weten te houden tot aan Ooltgensplaat, waarna de muziek uit ging en ik me mocht gaan verheugen op het einde.
Bij de sportvelden van Ooltgensplaat werden we onthaald door een enthousiaste menigte en een heel leger aan EHBO-personeel. Door mijn eindsprint was ik helemaal aan het einde van mijn Latijn, waardoor ik ook wat witjes oogde. Hierdoor kwam iemand van de EHBO langs en vroeg of ik even op de EHBO-afdeling wilde gaan zitten, waar het wat rustiger was. Dit leek me geen gek idee, vooral omdat ik in een afgesloten ruimte zat met veel mensen, dus de kans dat je over je nek gaat is aanwezig. Daar werd ik verzorgd door heel aardige mensen, die me vanalles aanrijkten om me weer op te lappen.
Uiteindelijk was De Omloop alles wat ik ervan verwacht had. Het was een race tegen de klok, ik heb gelachen met mensen, afgezien en gejankt. Ik heb me kwaad gemaakt, ik heb me gefrustreerd. Het hele scala aan emoties is in deze tocht voorbij gekomen. Het was het dubbel en dwars waard. Eén van de mooiste momenten was toen de tocht bij mij er al op zat en we opweg waren naar de auto. Een dame van mijn leeftijd werd door haar twee vriendinnen schouder aan schouder over de streep gesleurd, zo'n 15min voor het eindsignaal. De expressie op haar gezicht van het willen halen, maar tegelijkertijd helemaal kapot aan het gaan is, zal ik nooit vergeten. De Omloop daagt je uit op niet alleen het fysieke vlak, maar zeker ook op het mentale vlak. Ik ben niet van plan om dit ooit nog eens te doen, maar zeg nooit nooit. Bedankt voor het lezen van deze laatste blog, mijn Omloop avontuur zit erop en het is tijd om het lichaam te laten helen. Tot een volgend avontuur!